Mitch Kolkman heeft in het Australische Wollongong een mooie vijfde plaats behaald op het wereldkampioenschap voor beloften. Hij handhaafde zich tijdens het zwemmen en het fietsen in de voorhoede en deed tot halverwege het looponderdeel mee in de strijd om de medailles. Het goud ging met overmacht naar Oliver Conway uit Groot-Brittannië.
Mitch Kolkman zat er in het warme en winderige Wollongong vanaf het begin van de wedstrijd goed bij. De Hongaar Marton Kropkó kwam als eerste uit de zee en de Nederlander zat daar kort achter op de zesde plek. Gjalt Panjer kwam als zeventiende uit het woelige water en miste net de aansluiting met de eerste groep na de wissel naar het fietsen.
Eenmaal op de fiets vormde zich een groep van twaalf leiders met daarbij onder anderen Kropkó en Conway. Panjer maakte daar achter deel uit van de achtervolgende groep met zo’n twintig atleten die niet echt wilden samenwerken. De koplopers werkten beter samen. Hoewel de groep uitdunde tot negen atleten na een valpartij in de vijfde ronde, bleef de voorsprong groeien, tot uiteindelijk 2 minuten aan het einde van het fietsonderdeel.
Conway liep op het loopparkoers direct weg bij zijn concurrenten. Kolkman kwam in een achtervolgend groepje van vijf terecht met Kropko, Gar, Euan De Nigro en Miguel Espuna Larramona. Terwijl Conway in de eerste ronde zijn voorsprong uitbreidde tot 39 seconden, moest Gar bij het achtervolgende groepje lossen. Met het ingaan van de tweede ronde, moest ook Kolkman Kropkó en de twee Italianen laten gaan.
Conway liep onbedreigd naar de wereldtitel en Kropkó legde meer dan anderhalve minuut later beslag op de tweede plaats. Euan De Nigro legde beslag op het brons. Voor Kolkman was het met zijn vijfde plaats, na zijn bronzen medaille in 2023 en de negende plek een jaar geleden in Spanje, zijn derde top tien-notering.

Spanning in de staart
De oceaan was zelfs nog wat wilder toen de vrouwen later in de middag van start gingen. Het was Márta Kropkó die als eerste uit het water kwam. Robin Dreijling was op de dertiende plaats de eerste Nederlandse en Barbara de Koning volgde als zestiende.
Op de fiets nam een drietal – Kropkó, Sophia Howell uit Canada en Aviv Levi uit Israël – een kleine voorsprong, maar in de tweede ronde sloot de achtervolgende groep aan. Er waren niet veel vluchtpogingen en uiteindelijk begon een grote groep atleten aan de afsluitende tien kilometer lopen.
Direct in het begin maakte een groep van negen atleten zich los van de rest van het veld. Dreijling en De Koning misten de aansluiting en kwamen halverwege de eerste ronde door op respectievelijk de 11e en 14e plek. De Tsjechische Heidi Juránková sloeg in de eerste ronde een gat met de concurrentie. Een groep van zes volgde steeds op een korte afstand en de Italiaanse Angelica Prestia wist het gat in de vierde en laatste ronde te dichten.
Prestia leek de wereldtitel te pakken, maar met een ultieme eindsprint wist thuisfavoriete Richelle Hill de Italiaanse voorbij te gaan. Achter Prestia legde Kropkó beslag op het brons. Barbara de Koning finishte op de dertiende plek en Robin Dreijling eindigde als twintigste.
